ROM actueel 2019
Hoewel nog steeds een verplichting volgens kwaliteitsstatuut en KiBG keurmerk is onduidelijk wat er nu moet met het probleemdossier ROM (Big Data in de gezondheidszorg). Dit na het eerdere zeer kostbare debacle rond de Stichting Benchmarking. Het is onduidelijk hoeveel verzekeringsgeld in deze tijden van krapte (toch dat beweren overheid en verzekeraars) er hiermee over de balk is gesmeten en wat de consequenties zullen zijn voor de verspilling van deze centen.
Ook onduidelijk is wat er nu moet met verzamelde ROM data. Ter herinnering: ROM staat voor het aanbieden van vragenlijsten (feitelijk meestal algemene klachtenvragenlijsten) zowel voor start van de behandeling als verderop tijdens en na de behandeling waarmee aangetoond zou moeten worden dat zorg effectief is. SBG is inmiddels overgenomen door een nieuwe stichting AKWA GGZ. De directeur ervan werkte bij IZZ zorgverzekeringen en ook bij Interapy online behandeling. Doel van AKWA zou zijn het ontwikkelen van zorgstandaarden maar ook het ROM dossier komt onder haar hoede. Operationeel sinds 1 januari 2019 is nog immer niet bekend wat er nu met ROM gaat gebeuren.
ROM databank vernietigd
https://www.skipr.nl/actueel/id39376-akwa-ggz-vernietigt-betwiste-oude-rom-data.html
Volgens bovenstaand bericht zou alle data van alle verzamelde vragenlijsten door vele patiënten verplicht ingevuld in de loop van de jaren, worden vernietigd. Onduidelijk is nog steeds wat er nu moet met de ROM verplichting vanuit Kwaliteitsstatuut en KiBG.
Minister VWS erkent onwettige levering ROM-data aan SBG
In haar antwoord op Kamervragen van het SP-Tweede Kamerlid Renske Leijten heeft Edith Schippers, minister van VWS, een verrassende uitspraak gedaan. Zij geeft zelf aan dat de basis onder de verplichte aanlevering van ROM-data aan de Stichting Benchmark Geestelijke GezondheidsZorg, kortweg de SBG geen wettelijke basis heeft. Ze overlegt nu met onder andere de Autoriteit Persoonsgegevens en veldpartijen en overweegt een reparatiewetje in te dienen. ROM staat voor Routine Outcome Monitoring en is bij zorgaanbieders in de GGZ in gebruik om het behandelresultaat van individuele patiënten te evalueren. ROM is vanwege de intrinsieke subjectiviteit totaal ongeschikt voor benchmarking en zorginkoop. Toch worden de ROM-data al enige tijd door SBG verzameld. Sinds 1 januari 2017 is het zelfs verplicht voor alle zorgaanbieders in de GGZ. De actiegroep Stop Benchmark met ROM vecht sinds het verschijnen van het rapport van de Algemene Rekenkamer het verzamelen van de ROM-data door SBG aan. Deze actiegroep bestaat uit patiënten en zorgaanbieders. Renske Leijten stelde haar vragen in het kader van het toenemende momentum dat deze actiegroep thans heeft.
Uitspraak
Wat zegt de minister bij de beantwoording van de Kamervragen.
In haar antwoord op de vragen 9 en 10 zegt ze:
“Met de uitspraak van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP)[1] is duidelijk geworden dat pseudonimiseren geen anonimiseringmethode is, maar een beveiligingsmaatregel om privacyrisico’s te verkleinen[2] Voor de verwerking van (dubbel) gepseudonimiseerde gegevens is dus een wettelijke grondslag nodig op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Het verkrijgen van expliciete toestemming van de patiënt is een van de grondslagen. Omdat het toestemmingsvereiste sinds de genoemde uitspraak van de AP de enige wettelijke grondslag is voor ROM, ben ik in overleg met partijen en de AP. Ik wil daarbij bezien of nadere wetgeving nodig is. Ik vind dit van groot belang voor de doorontwikkeling van de kwaliteit van zorg en wil professionals ondersteunen in het proces van continue kwaliteitsverbetering.”
Hiermee geeft de minister aan dat de wettelijke basis onder het verzamelen van ROM-data door het SBG-ontbreekt. Ze versterkt de uitspraak nog door te spreken over reparatiewetgeving. Het punt dat de betreffende dataverzameling onwettig is, was al door de actiegroep Stop Benchmark met ROM betoogd.
Grote consequenties
Het onwettig vastleggen van de data heeft grote consequenties. In de eerste plaats dient de inhoud van de onwettig aangelegde database van de SBG met patiëntengegevens vernietigd te worden. Hierop moet de Autoriteit persoonsgegevens(AP) toezien en handhavend optreden. Tevens moet die er, bij voorkeur met controle-software, op letten dat er geen nieuwe onrechtmatige vulling van de database plaats vindt. Het geld dat door zorgverzekeraars aan de SBG besteed is, dient teruggevorderd te worden. Het gaat daarbij op 2,1 miljoen euro per jaar dat niet aan directe zorg is besteed. Tevens dienen zorginstellingen in de GGZ die zelfs callcentra opgezet hebben om aan zoveel mogelijk ROM-data te komen, deze op te heffen. Jaarlijks geven GGZ-instellingen 28,5 miljoen euro uit aan het ROM-SBG-circus. Compensatie daarvoor dient plaats te vinden vanwege de onwettige basis daarvoor.
Rechte rug
De minister van VWS heeft een plan om eventueel tot reparatiewetgeving te komen. Het is daarom van belang dat de Tweede Kamer, die nu een sterk gewijzigde samenstelling heeft, zich niet laat overdonderen, terdege op de hoogte is van deze materie EN de rug recht houdt.
Schandaal
Het is een grof schandaal dat terwijl uit het veld duidelijke kritiek bestond en bestaat op het gebruiken van ROM-data voor benchmarking en zorginkoop toch doorgegaan is met de dataverzameling door de SBG.
Binnen het ministerie van VWS moet men geweten hebben dat op basis van het standpunt van de Artikel 29 werkgroep van Europese privacy-toezichthouders de ROM-database onwettig was. Het afwachten tot vanuit het veld actie ondernomen werd en Kamervragen gesteld werden is te kenschetsen als uiterst laakbaar handelen.
Belangrijk is nu dat paal en perk gesteld wordt aan de zorgelijke datahonger van zorgverzekeraars, in ruime mate gefaciliteerd door een falende overheid.
[1] Rapport Autoriteit Persoonsgegevens 13 april 2016 inzake DIS gegevens, kenmerk z2015-00355.
[2] De AP volgt daarmee de opinie van de Artikel 29-Werkgroep van Europese privacytoezichthouders dat een belangrijke factor bij het anonimiseren is dat de verwerking onomkeerbaar moet zijn.
GGZ Nederland, bij monde van haar directeur, brengt op 24 maart jl het volgende bericht naar buiten:
Geachte bestuurder,
De minister van VWS heeft vandaag aan de Tweede Kamer laten weten dat het zogeheten “toestemmingsvereiste” van toepassing is op de verwerking van ROM data door SBG. Voor de volledigheid treft u de antwoorden aan in de link. De minister geeft aan dat de huidige ROM gegevens weliswaar zodanig zijn bewerkt dat deze niet tot een persoon herleidbaar zijn, maar ook dat door een eerdere uitspraak van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) het (dubbel) pseudonimiseren niet meer voldoende is voor het verwerken van deze data. Door deze uitspraak kunnen de ROM data als persoonsgegevens worden aangemerkt en deze mogen alleen worden verwerkt als daar een wettelijke grondslag voor is. Op dit moment is het toestemmingsvereiste de enige wettelijke grondslag voor het aanleveren van ROM data aan SBG. De minister heeft daarom besloten om, in overleg met partijen en de AP, te onderzoeken of nadere wetgeving nodig is, om zodoende de doorontwikkeling van kwaliteit te blijven ondersteunen.
GGZ Nederland pleit voor een snelle ontwikkeling en invoering van een wettelijke regeling die de legitimatie verschaft aan het voortdurend verbeteren van de kwaliteit van zorg. Uiteraard staat ook dan de privacy van de patiënt voorop en mogen gegevens niet herleidbaar zijn tot een persoon, maar dit is met de juiste beveiligingsmaatregelen en waarborgen te organiseren. Het hebben van een toestemmingsvereiste als enige wettelijke basis is naar onze mening als enige grondslag onvoldoende voor een succesvolle doorontwikkeling van ROM. Het leidt niet alleen tot een ongekende regeldruk bij professionals, maar ook tot onvolledige data en een willekeurige selectie die de betrouwbaarheid van de data niet ten goede komt.
Op basis van de uitspraak van de minister adviseren wij u om het gebruik van ROM als ondersteunend instrument voor het verlenen van goede zorg te blijven inzetten in uw organisatie en professionals daarbij te blijven ondersteunen. Ook adviseren wij u de aanlevering van ROM data aan SBG op te schorten tot het moment waarop er een aanvullende wettelijke voorziening is getroffen. Wij realiseren ons daarnaast dat in de contractering met de verzekeraars een aanleververplichting van de ROM data aan SBG is opgenomen. Begin volgende week zullen wij u dan ook een voorbeeldbrief doen toekomen die u kunt gebruiken in uw contact met de zorgverzekeraars.
Tot slot biedt de ontstane situatie ons de gelegenheid om samen met partijen het gesprek aan te gaan over de wijze waarop we vorm en inhoud willen geven aan onze ambitie om ROM door te ontwikkelen en de waardevolle data die het oplevert goed te kunnen gebruiken voor het leren van professionals en om zodoende de kwaliteit van zorg steeds verder te verbeteren.
Inmiddels heeft ook GGZ Nederland een officieel bericht geplaatst:
http://www.ggznederland.nl/actueel/aanlevering-rom-gegevens
en hoewel onderstaand artikel de suggestie kan wekken dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en Minister Schippers hier verantwoordelijkheid nemen (volledig voorbijgaand dat dit initiatief vanuit het veld en niet van GGZ Nederland, AP, SBG, VWS of enige beroepsvereniging/patiëntenvereniging is gekomen; NB: AP staat in de beklaagdenbank: zie proces Vrijbit elders op deze site), toch interessant omdat de minister zou aangeven de onrechtmatigheid van de huidige verwerving te erkennen echter te proberen een al even onrechtmatig middel (wetswijziging om expliciete toestemming zoals ook in Europees recht is voorgeschreven) te omzeilen en de zorgverzekeraars toch deze data te kunnen geven. Tevens opent het de discussie aangaande reeds verworven data maar ook naar min of meer verplichte zaken als kwaliteitsstatuut (wat ROM verplicht).
Schippers: doorsluizen medische gegevens GGZ onrechtmatig
Het doorsluizen van medische gegevens van patiënten in de geestelijke gezondheidszorg naar een landelijke database is onrechtmatig. Dat schrijft demissionair minister Schippers in antwoord op Kamervragen van de SP. Voor het delen van deze medische gegevens had toestemming gevraagd moeten worden en dat is niet gebeurd. Het logisch gevolg hiervan zou moeten zijn dat het doorsluizen van deze gegevens wordt gestopt en de onrechtmatig verkregen gegevens worden vernietigd.
Gedurende elk behandeltraject bij psycholoog of psychiater wordt periodiek aan patiënten gevraagd hoe het met hen gaat. Op deze manier wordt gemeten hoe goed de behandeling werkt. Maar zorgverleners sturen deze vragenlijsten ook door naar een landelijke database. Dit gebeurt op steeds grotere schaal sinds 2008 en is sinds 1 januari 2017 voor elke zorgverlener zelfs verplicht geworden.
Onrechtmatig
Er wordt hierbij geen toestemming aan mensen gevraagd om hun medische gegevens te mogen delen met deze landelijke database. Men meende dat dat niet nodig was omdat de gegevens 'gepseudonimiseerd' worden, wat betekent dat persoonlijke gegevens in een unieke code worden omgezet, zodat ze niet makkelijk naar mensen terug te herleiden zijn. Maar de gegevens worden hiermee absoluut niet anoniem. Door deze werkwijze is daarom door de Autoriteit Persoonsgegevens al op 13 april 2016 een streep gezet (pdf). Demissionair minister Schippers bevestigt dat nu.
De minister schrijft "Met de uitspraak van de Autoriteit Persoonsgegevens is duidelijk geworden dat pseudonimiseren geen anonimiseringmethode is […] Voor de verwerking van (dubbel) gepseudonimiseerde gegevens is dus een wettelijke grondslag nodig op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Het verkrijgen van expliciete toestemming van de patiënt is een van de grondslagen."
Ongeschikt
De landelijke database wordt beheerd door Stichting Benchmark GGZ (SBGGz). SBGGz verzamelt sinds 2008 medische gegevens over mensen die onder behandeling zijn in de geestelijke gezondheidszorg. In 2015 kreeg deze stichting medische gegevens over bijna 50% van de patiënten in handen. Sinds 1 januari 2017 is aanlevering van medische gegevens voor alle zorgaanbieders verplicht. Doet een zorgverlener niet mee, dan kan de zorgverzekeraar de vergoedingen voor deze zorgverlener stopzetten.
De gegevens zijn bedoeld om de voortgang van een individuele behandeling te volgen, maar worden met de landelijke database gebruikt voor heel andere doelen. Zo wil SBGGz de effectiviteit van verschillende behandelingsmogelijkheden en de prestaties van verschillende zorgverleners vergelijken. Niet alleen zijn de gegevens niet voor dat doel verzameld, ze zijn er volgens de Algemene Rekenkamer ook niet geschikt voor.
Toch wil SBGGz dat deze vergelijking uiteindelijk bepalend wordt voor de financiering van de zorg. De stichting wordt daarom ook door de zorgverzekeraars betaald. Het zal weinigen verbazen dat er verzet tegen deze werkwijze is gekomen onder met name de zorgverleners, wat geleid heeft tot de Kamervragen van Renske Leijten (SP) waar de minister nu haar reactie op heeft gegeven.
Vernietigen gegevens
Nu ook de minister en de Autoriteit Persoonsgegevens vaststellen dat de gegevens bij SBGGz onrechtmatig zijn verkregen, ligt het voor de hand dat deze gegevens direct verwijderd worden. Dat betekent waarschijnlijk dat alle medische gegevens die sinds 2008 door SBGGz zijn verzameld, vernietigd zullen moeten worden.
De erkenning door de minister zal ook op andere terreinen consequenties moeten hebben. Zo wordt de werkwijze met het pseudonimiseren ook toegepast bij de landelijke database met zorggegevens (DIS) van de NZa. Burgerrechtenbeweging Vrijbit voert al jaren een strijd tot in de rechtbank tegen deze onrechtmatige verzameling van medische gegevens.
Toestemming vragen
In haar beantwoording zinspeelt de minister erop, dat ze mogelijk de wet wil aanpassen om medische gegevens toch op een makkelijke manier te kunnen doorsluizen zonder aan betrokkenen toestemming te hoeven vragen. Dat zou het witwassen zijn van een onrechtmatige praktijk. Het is onbehoorlijk om eerst een onrechtmatige database op te tuigen zonder goed naar de privacyregels te kijken en dan achteraf de wet aan te passen. Het wordt tijd dat bestuurders en organisaties zich vooraf realiseren wat de privacyregels zijn en daar hun systemen en processen op inrichten. Dit zogeheten 'privacy-by-design' wordt ook nadrukkelijk een verplichte werkwijze met de nieuwe Europese privacywet die binnenkort van kracht wordt. Dan vormt het informeren van mensen en het toestemming vragen voor het delen van gegevens een gewoon onderdeel van het proces bij het invullen van een vragenlijst. Draconische reparatie-wetgeving die de rechten van mensen verder uitholt is onnodig en onwenselijk.
Sowieso zal elke individuele patiënt nu goed geïnformeerd moeten worden en om toestemming moeten worden gevraagd als men de gegevens van de vragenlijsten verder wil gebruiken dan in het behandeltraject. De minister schrijft daarbij ook "Een patiënt heeft altijd de mogelijkheid het delen van zijn gegevens met SBG te weigeren." Dus gewoon zoals het volgens de wet hoort.
LOC:
LOC zoekt ervaringen van cliënten en cliëntenraden met ROM, een kwaliteitsinstrument dat in de geestelijke gezondheidszorg (GGz) wordt gebruikt. Hier is de nodige ophef over in het land, zo constateert nu ook de landelijke pers. LOC ondersteunt al langer de actie Stop benchmark met ROM, en organiseert op 20 april een bijeenkomst om onder meer naar alternatieven te kijken. Daarom verdiept LOC zich nu graag verder in ervaringen van cliënten en cliëntenraden met ROM in de GGz.
Wat is ROM?
ROM staat voor Routine Outcome Measurement en is een kwaliteitsinstrument dat in de geestelijke gezondheidszorg (GGz) wordt gebruikt. Door vragenlijsten in te vullen, krijgen cliënten en hulpverleners informatie over de effectiviteit van de behandeling. Op basis hiervan evalueren ze en stellen indien nodig de behandeling bij. Verder gebruiken instellingen het om de behandeling te verbeteren. Ook leveren zij gegevens aan de kennisbank Stichting Benchmark GGz die gegevens van instellingen met elkaar vergelijkt.
Signalen
Bij Nieuwsuur, een programma van NTR en NOS, zijn signalen binnengekomen dat het instrument niet altijd gebruikt wordt waar het voor bedoeld is. Het zou meer gaan om de financiering dan dat het erom gaat dat de cliënt de behandeling krijgt die hij nodig heeft, wenst en bij hem past. De signalen die zijn binnengekomen, laten onderstaand beeld zien.
- Patienten worden gepusht om de lijsten in te vullen, omdat anders hun behandeling niet doorgaan
- De ROM-lijsten ten behoeve van Stichting Benchmark GGz worden niet of nauwelijks gebruikt in de behandeling
- Patienten worden niet altijd geinformeerd over de mogelijkheden tot weigeren
- Patienten worden niet altijd geinformeerd over het gebruik van de data (dat deze bij SBG terechtkomen en op welke manier)
- Instellingen zeggen dat ze financieel gekort worden als ze onvoldoende lijsten aanleveren
- Instellingen gebruiken callcenters om patienten te bellen over de vragenlijsten
Wat wij u vragen?
LOC wil graag weten of cliënten en cliëntenraden dit beeld herkennen of dat zij andere ervaringen hebben met ROM. Reacties kunt u direct op deze pagina achterlaten, of doorgeven via vraagbaak@loc.nl, of 030 284 3200. Alvast hartelijk dank!
Hoe het verder ging
https://www.trouw.nl/home/ggz-wil-toch-gegevens-uitwisselen~a2a31a24/
Hoe het in de GGZ een rommeltje werd: wie mag wat weten van de psychiatrisch patiënt?
© Thinkstock
De discussie over het delen van behandelgegevens van psychiatrisch patiënten gaat niet alleen over privacy. Er is meer aan de hand.
Het woord burgeroorlog is gevallen. Evenals het woord soap. Maar hoewel haat en liefde ingrediënten zijn van de zogeheten Rom-discussie, zou de gemiddelde Nederlander wegzappen bij een soap over ggz-instellingen die behandelgegevens delen met een databank. Waarom zorgt deze discussie voor zoveel beroering?
Daarvoor is een blik in het verleden relevant. Onderwerp van gevecht zijn de resultaten van vragenlijsten die vrijwel iedere patiënt in de GGZ meerdere keren invult, met daarin gegevens over suïcidaliteit, somberheid, seksualiteit, enzovoorts. De psychiater gebruikt deze Rom-data (Routine Outcome Monitoring) om te zien of zijn patiënt erop vooruitgaat tijdens de behandeling.
Ruim tien jaar geleden komen de zorgverzekeraars in beeld als financier van de GGZ. Zij gaan zorg bij instellingen inkopen en zoeken een manier om kwaliteit te meten en instellingen met elkaar te vergelijken. Maar tot hun ergernis is de geestelijke gezondheidszorg een black box. Gelukkig zijn daar de vragenlijsten.
Hoewel een aantal wetenschappers en psychiaters protesteert – hun instrument voor in de behandelkamer is alleen dáár geschikt voor – wordt in 2010 Stichting Benchmark GGZ (SBG) opgericht. Een databank die de ROM-data verzamelt, analyseert en instellingen vergelijkt. Gefinancierd door zorgverzekeraars.
Het uiteindelijke doel van de verzekeraars? De inkoop van geestelijke gezondheidszorg baseren op hoe goed een instelling scoort. Dus, gechargeerd: als depressieve patiënten bij een behandelaar sneller beter worden dan bij diens collega’s in de buurt, wordt daar meer zorg ingekocht. Een ander doel is de consument inzicht geven in welke zorg het beste is, bijvoorbeeld via een website als www.debestepsychiater.nl.
Veiligheid
Er wordt geëxperimenteerd en geanalyseerd in de jaren erna. Zorgverzekeraars openen met instellingen het gesprek over kwaliteit op basis van de scores. Tot het rampjaar 2017 aanbreekt. Eerst een rapport van de Rekenkamer, die zich over de effectiviteit van ‘rommen’ heeft gebogen. Het oordeel? De gegevens zijn te subjectief, onvolledig en onvergelijkbaar om kwaliteit te meten.
Dan de privacydiscussie, aangezwengeld door een groep psychiaters bij wie het niet lekker zit dat de vragenlijsten – die patiënten invullen in de veiligheid van een behandelkamer – zonder overleg naar een databank worden doorgestuurd. Exclusief naam en burgerservicenummer, maar toch, wellicht minder anoniem als de gegevens gekoppeld worden aan andere datasets van verzekeraars.
De Socialistische Partij krijgt lucht van de zaak en stelt Kamervragen. De Rom wordt onderdeel van de strijd van de partij tegen de zorgverzekeraars. Een nieuw wapen in het gevecht tegen meetbaarheid van zorg. Minister Edith Schippers bevestigt in een schriftelijk antwoord op de vragen dat toestemming van patiënten nodig is om de gegevens te delen. Instellingen schrikken: hebben we dan jarenlang privacy geschonden?
De datastroom richting de SBG droogt op – te riskant, vinden de meeste instellingen. De Autoriteit Persoonsgegevens stelt een onderzoek in. Maar zorgverzekeraars blijven druk zetten: wij hebben iets nodig om kwaliteit te meten. Zeven beroepsverenigingen, waaronder GGZ Nederland, nemen samen juristen in de arm om uit te zoeken wat nou wel en niet mag met de Rom-data.
De juristen vinden een maas in de wet, in parlementaire stukken uit 1989, waarin de mogelijkheid van ‘veronderstelde toestemming’ wordt behandeld. In het advies dat zij uitbrengen, waarover deze krant gisteren schreef, staat dat niet met zekerheid is te zeggen of dit toegepast kan worden op Rom-data. Er kleven risico’s aan. Er kunnen rechtszaken worden aangespannen.
Toch adviseert GGZ Nederland om op basis van dit advies gegevens te delen. Wel met een belangrijke aanpassing: de gegevens mogen niet meer bij de zorgverzekeraars terechtkomen. Zij kunnen hun inkoopbeleid er dus niet op baseren. Dat doel waarmee het hele project begon, vergaat in deze constructie. Toch houdt de koepel vast aan de laatste manier waarop nog iets gemeten kan worden.
De Rom-discussie gaat dus niet alleen om de privacy van patiënten over wiens hoofd een ‘burgeroorlog’ wordt uitgevochten, aldus de boze psychiaters. Het gaat ook over de (on)wenselijkheid en (on)mogelijkheid van meten is weten in de geestelijke gezondheidszorg.
en
quote:
Ondermijning
De constructie die men bedacht heeft doet sterk denken aan de woorden van de advocaten van SBG tijdens het geding om de verwerking van ROM-data door SBG te doen stoppen.. Gezegd werd daar dat de patiënt de ethische verantwoordelijkheid heeft om aan een lerend zorgsysteem bij te dragen.
De poging die GGZ NL met andere partijen in de GGZ onderneemt zijn een ernstige ondermijning van het begrip “toestemming” en dus ook van het recht van de patiënt om zelf te bepalen of er meegewerkt wordt aan dit soort data-verzameling of niet.
Eén en ander geeft wel aan welke grote belangen spelen rond die data. SBG kan nu al bijna driekwart jaar geen representatieve cijfers produceren vanwege de sterk beperkte aanlevering van data. Wat GGZ NL nu doet is een schandalige poging om de aanlevering ervan weer op gang te krijgen.
GGZ Nederland wil nep-toestemming gebruiken om ROM-men te doen hervatten
De brancheorganisatie van werkgevers in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is op 18 oktober 2017 een opzichtige poging gestart om het verzamelen en verwerken van ROM-data door de Stichting Benchmark GGZ en later in een nog op te richten Kwaliteitsinstituut voor de GGZ een nieuw leven in te blazen. Zij doet dit door een artificiële scheiding aan te brengen tussen enerzijds het gebruik van Routine Outcome Monitoring(ROM)-data voor beoordelen van de voortgang van individuele therapie en kwaliteitsverbetering door onderlinge vergelijking op instellingsniveau en anderzijds op termijn – het gebruik voor keuze- en zorginkoop-informatie. Daarnaast komt GGZ NL met een uitzonderlijke en juridisch niet valide redenering waarom voor het verzamelen van de data gebruik gemaakt zou kunnen worden van een “ veronderstelde toestemming” van de patiënt. Deze redenatie gaat absoluut niet op omdat het gaat om het ten onrechte oprekken van een toestemmingsverlenings-principe dat alleen geldt voor de direct kring van behandelaars van een patiënt.
Publicatie
Op 18 oktober 2017 laat GGZ NL weten dat de deelnemers aan de Agenda Gepast Gebruik en Transparantie (AGGT) besluiten tot het hervatten van het gebruik van ROM(Routine Outcome Monitoring) voor leren en verbeteren. De deelnemers aan de AGGT, naast GGZ NL MIND, NVvP, NIP, P3NL, V&VN en MEER GGZ hebben in juni 2017 de betekenis van ROM voor zowel de individuele behandeling, kwaliteitsverbetering door onderlinge vergelijking als – op termijn – het gebruik voor keuze- en zorginkoop-informatie herbevestigd. Aldus wilde GGZ NL met op de achtergrond Zorgverzekeraars Nederland(ZN) zich blijkbaar verzekeren van het in dezelfde richting staan van de neuzen in GGZ-land. ZN moet hier wel bij betrokken zijn omdat de dataverzameling ten doel heeft de zorginkoop ermee te faciliteren en aan benchmarking te kunnen doen. Sinds begin 2017 leveren zorginstellingen in de GGZ nog maar in zeer beperkte mate ROM-data aan bij SBG, dat volledig gefinancierd wordt door ZN. Dat is die laatste organisatie een doorn in het oog.
Ontstaan
De problemen rond het verzamelen en verwerken van ROM-data door SBG zijn ontstaan omdat deze data ondanks (dubbele) pseudonimisatie toch als bijzondere persoonsgegevens moeten worden beschouwd op basis van een besluit van Europese privacy-toezichthouders. Verzamelen en verwerken van die data dient met geïnformeerde toestemming van de patiënt te gebeuren. Dat is veelal niet gebeurd. Daarom adviseerde GGZ NL in begin 2017 om het aanleveren van ROM-data aan SBG vooralsnog op te schorten.
Wat gebeurt hier nu?
Zoals gezegd wil GGZ NL in haar nieuwe redenering een knik aanbrengen tussen het gebruik van de ROM-data binnen een instelling en daarbuiten. Dat is bij SBG en later de opvolger ervan: het Kwaliteitsinstituut voor de GGZ. Toch beschouwt men het als één traject, want men wil van diezelfde data later gebruik maken voor keuze- en zorginkoop-informatie. Met keuze-informatie bedoelt GGZ NL gewoon het benchmarken. Blijkbaar vindt men het een te beladen begrip geworden. Het kwalijke is dat men aan het begin van het traject een toestemmingsvariant bedacht heeft die de vlag zou moeten zijn welke tijdens het hele traject de lading moet dekken. Heel erg wordt de nadruk gelegd op het begrip kwaliteit. Want zeg nu zelf, wie zou nu tegen kwaliteit zijn. Het probleem is echter dat ROM-data geen consistente indicator zijn voor het begrip kwaliteit. Dat weten SBG en GGZ NL trouwens zelf ook, maar men denkt door verbeteracties dat toch te kunnen bereiken. Men vergeet echter het aloude GIGO-principe: Garbage In, Garbage OUT.
Veronderstelde toestemming
Men wil gebruik maken van het de zogenaamde “veronderstelde toestemming”. Het gaat niet om een toestemming die expliciet gevraagd is, maar één waarvan men aanneemt dat die gegeven is. Artsen kennen dat begrip in het kader van het uitwisselen van medische data met medebehandelaars van een patiënt. Als een patiënt aan zijn hoofdbehandelaar toestemming tot behandelen gegeven heeft dan hoeft bij mede-behandelaars niet telkens opnieuw hetzelfde gevraagd te worden.
KNMG
Wat zegt de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst(KNMG) als overkoepelende artsenorganisatie over een veronderstelde toestemming.
“U mag patiëntgegevens uitwisselen met medebehandelaars zonder expliciete toestemming of machtiging van de patiënt. U moet de patiënt wel vertellen dat u zijn gegevens aan collega’s heeft verstrekt en met welk doel. Vertel er ook bij dat zijn gegevens uitsluitend voor dat doel worden gebruikt. …..Artsen moeten de kring van ‘rechtstreeks betrokkenen’ niet te ruim opvatten. Voor gebruik voor andere doelen dan de behandeling, bijvoorbeeld voor het promotieonderzoek van een medebehandelaar, is afzonderlijke, gerichte toestemming nodig.”
Bedrog
Het gebruik maken van het begrip “veronderstelde toestemming” bij het verzamelen van ROM-data is in feite een vorm van boerenbedrog. In de therapeutische relatie tussen een patiënt en een psychiater is de ROM een hulpinstrument om de therapie te evalueren. Een patiënt kan afzien van het invullen van scorelijsten zonder daarmee zijn relatie met de therapeut in gevaar te brengen. De patiënt mag er vrijwillig van afzien. Voor gebruik buiten die behandelrelatie, dus bijvoorbeeld voor kwaliteitsverbetering binnen de instelling en later voor gebruik voor keuze- en zorginkoop-informatie zal dus echt een aparte toestemming gevraagd dienen te worden. Bij pogingen tot kwaliteitsverbetering door onderlinge vergelijking op instellingsniveau met eventueel verkregen ROM-data is er evident geen sprake dat die instelling gezien kan worden als een kring van rechtstreeks bij de behandeling betrokkenen. Er zullen immers veel behandelaren binen de instelling zijn de die de patiënt niet behandelen. Het is wat de KNMG een te ruime opvatting van dit begrip noemt. Als men de verkregen ROM-data al dan niet in een later stadium wil laten verwerken op het niveau van SBG of Kwaliteitsinstituut voor de GGZ dan maakt men onrechtmatig gebruik van een zogenaamde toestemming.
Ondermijning
De constructie die men bedacht heeft doet sterk denken aan de woorden van de advocaten van SBG tijdens het geding om de verwerking van ROM-data door SBG te doen stoppen.. Gezegd werd daar dat de patiënt de ethische verantwoordelijkheid heeft om aan een lerend zorgsysteem bij te dragen.
De poging die GGZ NL met andere partijen in de GGZ onderneemt zijn een ernstige ondermijning van het begrip “toestemming” en dus ook van het recht van de patiënt om zelf te bepalen of er meegewerkt wordt aan dit soort data-verzameling of niet.
Eén en ander geeft wel aan welke grote belangen spelen rond die data. SBG kan nu al bijna driekwart jaar geen representatieve cijfers produceren vanwege de sterk beperkte aanlevering van data. Wat GGZ NL nu doet is een schandalige poging om de aanlevering ervan weer op gang te krijgen.
W.J. Jongejan